RV Scaldis nieuws

Nieuws

17 May 2017

Midweek toertocht Zaanstreek.


Klokslag 08.00 uur vertrokken we vanaf de Roei naar Oost-Graftdijk. Daar hadden we een prima accommodatie gehuurd bij Europarcs “De Rijp”. De reis verliep vlot en tegen 11 uur reden we het terrein in Oost-Graftdijk op. Bij de receptie de sleutel gehaald en we konden de accommodatie binnen. Ieder had als snel een kamer met slapie uitgezocht en de bagage er gezet. Na een korte lunch reden we met drie van vier auto’s naar Purmerend om de gehuurde wherry’s op te halen. FOTO'S

Categorie: General
20170510_133146.jpg

Een auto bleef op het park staan om de boodschappen mee te kunnen doen. We werden vriendelijk ontvangen op RV “De Where”. Na een aangeboden kop koffie gingen we naar de loods en lieten de drie wherry’s te water. Prima boten die de namen Casandra, Lepelaar en Pijlstaart droegen. De boten waren snel bemenst en we vertrokken voor de eerste tocht van 21 km die ging over het Noordhollandsch kanaal via Spijkerboor, de Knollendammervaart en de Markervaart terug naar Oost-Graftdijk. Er stond redelijk veel wind waardoor we vaak stevig op de benen moesten. Tijdens de tocht op het Noordhollandskanaal zagen we een oude goed onderhouden molen en een sluis met ophaalbrug. Dat was de Jispersluis. Bij Spijkerboor stond een fraai oud monumentaal pand, het ‘Heerenhuis” genaamd daterend uit de 17de eeuw. Halverwege de Markervaart was er een restaurant “De Woude” genaamd. Een fraaie uitspanning direct gelegen aan het water met goede aanlegplaatsen. We hadden wel zin in een bakje koffie. “Of er ook iets bij was”, werd er gevraagd. Dat bleek appeltaart met slagroom te zijn die we ons goed lieten smaken. Daarna terug naar Oost-Graftdijk. De boten werden uit het water gehaald en ondersteboven op de kant gelegd. De eerste avond aten we spaghetti bolognese. Een lekkere maaltijd waar een glaasje wijn goed bij smaakte. Na een gezellige avond kroop iedereen om de wol. De volgende ochtend waren we al weer vroeg uit de veren en het ontbijt werd klaargemaakt. Die dag was er een tocht over het Alkmaardermeer gepland. Daarvoor zouden we twee sluizen moeten passeren. De Melsluis in Uitgeest en de Noordersluis in Krommenie. ’s Zaterdags had ik al gebeld met de opgegeven telefoonnummers van de Melsluis maar er werd niet opgenomen en ik liet mijn nummer achter. Er was niet teruggebeld dus belde ik die ochtend weer eens. Het bleek een medewerker van Rijkswaterstaat te zijn die me direct vertelde dat zij die sluis niet meer bediende. Dat werd door vrijwilligers gedaan die per week wisselden. Hun nummers stonden op de bedieningskast van de sluis en de bediening moest 24 uur van te voren worden aangevraagd! Na enig aan dringen kreeg ik het nummer van de vrijwilliger van de week maar ook hij nam niet op. Weer mijn nummer achtergelaten in de hoop dat hij nog op tijd terug zou bellen. De Noordersluis zou geen probleem zijn want hij woonde er vlak bij op zijn bootje. We vertrokken rond 10 uur en roeiden het Alkmaardermeer over. Het weer was goed en er stond minder wind. Na een fraai tocht met wijds uitzicht over het grote meer waarop we soms wel even de juiste richting moesten zoeken, legden we aan bij restaurant Havenrijk in Uitgeest voor een bakje koffie. Navraag daar naar de Melslsuis en de bediening ervan leverde niets op. Toch maar proberen, maar bij de sluis aangekomen lieten omwonenden ons al snel weten dat alleen de vrijwilligers de bediening van de sluis verzorgden. Dus moesten we onverrichter zake weer terug. Daar baalde ik best wel van. We zijn toen via een toch leuke route teruggevaren naar Oost-Graftdijk. Eigenlijk kwam het best goed uit want we moesten om 18.42 uur Loes Lijnse ophalen op een station in Purmerend. Zij had voor twee dagen Lenie Maccow als invalster weten te strikken. Dat verliep zoals afgesproken. Lenie op de trein naar Rotterdam en Loes meegenomen naar Oost-Graftdijk waar ze hartelijk werd verwelkomd. Het avondeten werd bereid door Anne de Kok en die had een rijstschotel met groentes en vis bereid. Echt weer lekker zitten smullen met z’n allen. Weer een gezellige avond waarin we de gebeurtenissen van die dag bespraken.

‘s Woensdags hebben we een lange tocht gemaakt van 36 km langs de wereldberoemde Zaanse Schans. Eerst voeren we weer richting Purmerend en namen de afslag naar Neck. Een smal water met veel woonboten waardoor we bijna het gehele stuk maar met een riem konden roeien. Door tegen te sturen bleef de boot op koers. In Neck aangekomen moesten we wachten voor een hele lage brug. De brugwachter was al gewaarschuwd en enige tijd later kwam hij en deed de brug omhoog. Nog een koffiepauze gehouden voor we de Zaan opvoeren. We hadden mooi rustig weer en we konden vanaf het water optimaal genieten van het uitzicht op de eeuwenoude molens en Zaanse huizen. Echt een prachtig gezicht. We bleven er even dobberen om alles goed te bekijken. Weer doorvarend door Zaandam passeerden we diverse grootse oude industriële panden en legden na de Zaanse brug aan bij de Bataaf. Een restaurant gevestigd in een oud opslaggebouw. Binnen waren de originele spanten en stalen pilaren bewaard gebleven wat een grootse en majestueuze ruimte opleverde. Na de koffie togen we weer op weg en stopten uiteraard weer bij het restaurant ‘De Woude’. Koffie met appeltaart en slagroom. Smullen! Best laat waren we weer terug in onze accommodatie. Daar was het wachten op het vispotje van Marjolijn Lubberts. Ook dat was weer smullen en het verrassingsdessert ‘ Tiramisu’ door Marjolijn zelf bereidt lieten we ons ook best smaken. ’s Avonds bespraken we de route van de donderdag. Ik wilde graag de eerder geplande route door Krommenie varen. Met de Melsluis wilde ik geen risico meer lopen maar ik wist een alternatief. In het Zwaansmeerpad, dat langs het Alkmaardermeer liep, wist ik een oversteekplaats te liggen. Daar was ik vorig jaar met Ria geweest toen ik de route verkende. Die oversteekplaats bestond uit een korte aanlegsteiger en een aantal stalen rollen waarlangs de boten over de dijk getrokken konden worden. Dat zou te doen moeten zijn. Aldus afgesproken gingen we weer ter kooi om de volgende dag het avontuur aan te gaan. Het is een bijzondere dag geworden. We zaten rond 09.00 uur in de boten en togen op weg. Het weer was rustig en fris. Er was in eerste instantie gepland dat we direct naar de rollenoversteekplaats zouden gaan maar bij West-Graftdijk besloten we om alléén een kop koffie te gaan drinken bij “De Woude”. We namen weer plaats op het oude pontje dat daar lag en schoven de tafels weer tegen elkaar. De eigenaar kwam ons weer goed gemutst tegemoet. Dat werden dus twaalf kopjes koffie. “Ik wil er wel weer een appeltaart bij” riep Ben Joosten, “wie doet er mee?” Je raad het al, dat werden dus weer twaalf appeltaarten met slagroom. We konden het niet laten. Nadat eerst de koffie was geserveerd kwam de eigenaar met een immens groot dienblad aanlopen met daarop twaalf borden met appelgebak met slagroom. Hij zette het blad met een kant op tafel en begon de taart uit te delen. Wat er nu precies gebeurde is niet helemaal opgehelderd maar plots klonk een enorm gekletter van borden en de helft van de taarten met slagroom lag op de grond tussen de scherven van de borden. Iedereen was even stil en de eigenaar was ‘not amused’. Even later zei ik tegen hem dat we de taarten wel zouden betalen waarna zijn gezicht iets opklaarde. Hij ging wel andere halen. We zagen hem even later met 6 borden in zijn armen weer naar ons toe lopen tot er weer gekletter van borden te horen was. Op weg naar ons had hij vier van die borden met taart zelf laten vallen. Hij weer terug en daarna het lukte hem toen wel om iedereen een taart te bezorgen. De taarten waren weer lekker maar toch smaakten ze net even anders.

Na afgerekend te hebben vervolgden we onze weg richting de rollenoversteekplaats in het Zwaansmeerpad. Met vereende krachten en opvallend veel gemak konden we de boten via de rollen over de dam trekken en konden we onze weg vervolgen in dit keer voor mij onbekend water. Het was de Ham en Crommenije. Ergens moest er een doortocht zijn naar Krommenie maar ga die dan maar eens zoeken. Achteraan zagen we een slootje maar al snel bleek dat die doodliep op een hoge kano-oversteekplek. Weer terug en verder zoeken. Na nog een verkeerde sloot te zijn opgevaren moesten we ronden en daarbij schepten we de modder omhoog. Het ronden viel dan ook niet echt mee. Door een breder water kwamen we in een ander groter water met lange rietkragen. Ontdek daar maar eens een doorgang. Albert Talen had zijn i-pad bij met daarop een waterkaart van de ANWB. Hij voer voorop en ik volgde. We zagen hem in een uithoek van dat meer een sloot invaren. “Waar komen we nu in hemelsnaam uit”, vroeg ik mezelf af. Voor het zelfde geld liepen we vast en konden we weer terug over de rollenbank. De sloot was niet breed. Soms stonden de koeien op twee meter afstand van de boten schaapachtig naar ons te staren. Ook passeerden we boerderijen waar de gezichten van de aanwezigen ook verbazing vertoonden. Dat hadden ze volgens mij nog nooit gezien. Op een gegeven moment zag ik in de verte een groen huis met een wit boeiboord. “Was dat huis dat bij mijn verkenning had gezien?” Ik zocht de andere oever af en zag een groot rood dak met daarop 1788. “YES”, we hadden de doorgang in Krommenie die we zochten gehaald. Ik was echt opgelucht. Hadden we door de tegenslag met de Melsluis toch nog een prachtige en avontuurlijke route gevaren. In Krommenie hebben we direct een koffiestop gemaakt en de meegenomen boterhammen opgegeten. Ik belde naar de Noordersluis om te zeggen dat we over een half uurtje bij de sluis zouden zijn. “Noardersloois”, hoorde ik de sluiswachter met zijn donkere stem weer in zijn dialect zeggen. “Goedemiddag, we zouden graag over een half uurtje door de sluis gaan” zei ik. “Nou, van de week he’k ok staon wachthé en d’r kwam niemand. Ik stao hier ok nie for me lol. K’eb meer te doen,”  klonk het geïrriteerd. Ik bood mijn excuses aan dat ik hem niet meer teruggebeld had toen we niet door de Melsluis konden. “Nouw, je belt maor als je d’r bin hé”, antwoordde hij in zijn eigen taaltje. We gingen de boten weer in en na een leuke tocht door Krommenie kwamen we bij de Noordersluis aan. Het weer was flink opgeknapt en het was best warm in de beschutting voor de sluis. Geen sluiswachter te zien. We bleven rustig liggen wachten wetend dat hij gepikeerd was. Na 20 minuten toch maar even een belletje gedaan. Geen gehoor. Maar alsof hij er op had staan wachten verscheen hij nog voor ik m’n mobieltje had opgeborgen. Hij heeft ons expres wat laten wachten, denk ik. De deuren gingen open en we voeren de sluis in. We voeren vlak onder hem door en ik zei dat het me speet dat ik niet gebeld had. “Jaoh, t’is ok altiet wat hé. ‘K’eb mehr te doen hoar dan hier for niks te staon wachthé”. Hij liep door om de andere sluis te bedienen. Toen we met het water mee omhoog gingen gaf Piet de Feyter hem ondanks het bordje ‘Iedere fooi is mooi’ dat in de sluis hing, €10,- om het vergeefse wachten te vergoeden. De deuren gingen open en we voeren de sluis weer uit naar de Nauernaschevaart. Hij stond bij de sluisdeuren en ik riep nogmaals “sorry hoor”. “Och jhao, ken gebeure hè”, riep hij duidelijk beter gemutst terug.  Wat een paar centen al niet kunnen doen! Via de tapsloot en Spijkerboor voeren we weer teug naar ons onderkomen. Joke en Piet de Feyter verzorgden het avondeten. Een heerlijke salade met frites en kroket of frikadel. Door het warme en fraaie weer konden we buiten eten. We hebben er weer lekker van gegeten met z’n allen. ’s Avonds begonnen met inpakken. De week was omgevlogen en eigenlijk te kort. De volgende ochtend ons hebben en houden ingepakt en klaar gezet. Alle bagage werd in Henk z’n auto geladen want hij zou naar Purmerend rijden. Het was 09.00 uur en we waren klaar om te vertrekken. Het begon echter flink te regenen dus besloten we nog tot 10 uur te wachten. Ik had ondertussen de sleutel ingeleverd. We zijn tegen 10 uur toch maar de boten ingegaan ondanks de sterk wisselende regen. Soms was het droog en dan regende het weer. Even voor Purmerend stopte de regen en het leek droog te blijven. Nog een laatste stukje en dan waren we weer op de RV de Where. Na de tweede brug brak de hemel pas echt open. Met bakken kwam het naar beneden. Het waterniveau in de boten steeg zienderogen. Drijfnat waren we ondanks de regenkleding die we droegen. We werden opgewacht door een dame die ons ook hielp met de boten op te bergen nadat het weer droog was. We kregen nog een opwekkende kop koffie en na ons verkleed te hebben reden we naar Dreischor waar Marjolijn pannenkoeken had geregeld bij het museum ‘Goemanszorg’. We hadden keus uit naturel- of spekpannenkoeken. Weer lekker smikkelen. We namen afscheid van Marjolijn en reden terug naar de roei. Daar aangekomen bleek dat het in Zeeland ook flink tekeer kon gaan. We waren net binnen toen er een enorme bui met regen en hagel naar beneden kwam. Na alles weer opgeruimd te hebben ging ieder zijns weg met een voldaan gevoel. Het was een zeer geslaagde roeiweek geweest. Ik ontving de nodige complimentjes welke ik beantwoordde met: “Jullie plezier is mijn beloning”. Ik heb er veel werk aan gehad maar ook veel langer plezier. Albert, Lenie en Joke hebben ook hun deel bijgedragen.

Piet heeft als penningmeester voor een vlotte afrekening gezorgd. Eigenlijk hebben we het met z’n allen gedaan. Samen hebben we er een mooie week van gemaakt.  

 

Frans Aarts.